Mooi artikel in de Fieldmanager

In de Fieldmanager wordt aandacht geschonken aan de campagne ‘Voetbal Veilig’. Deze campagne heeft als doel met alle betrokkenen, zoals de sportbond, ingenieursbureaus, gemeenten en verenigingen een veiliger sportklimaat te realiseren.

Veiligheidsbewustzijn rond sportvelden schiet tekort

Auteur: Paul van der Sneppen

Roep om duidelijker afspraken over verantwoordelijkheid

‘Sportclubs en beheerders van sportvelden moeten duidelijke afspraken maken over wie verantwoordelijk is voor de veiligheid rond Nederlandse sportvelden.’ Dat zegt William van Diemen, een van de initiatiefnemers van de campagne Voetbal Veilig. Er zijn in Nederland nog steeds veel onveilige situaties op sportvelden. Oorzaak is volgens Van Diemen vooral mankerend veiligheidsbewustzijn onder de beheerders en gebruikers van de faciliteiten.

Dat mankerende bewustzijn is aanleiding voor de start van de campagne Voetbal Veilig. Dat de campagne zich vooral op de voetbalsport richt en dan met name de gevaren van kantelende doelen, is geen toeval. Kantelende voetbaldoelen hebben alleen in Nederland afgelopen jaar al bij minstens twee jonge voetballers ernstig hoofdletsel veroorzaakt. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) heeft vorig jaar naar aanleiding van incidenten gewaarschuwd voor het gebruik van verplaatsbare doelen. ‘KNVB-regels zijn onvoldoende bekend bij de mensen die ze moeten handhaven en dat leidt tot gevaarlijke situaties en ongelukken,’ aldus Van Diemen.

Slachtoffers
Ook in andere Europese landen zijn slachtoffers te betreuren. In Polen kwam dit voorjaar nog een elfjarige jongen om het leven door een omvallend doel. Een zevenjarig Duits voetballertje kwam in 2013 om het leven door een soortgelijk ongeval op een Hamburgs sportterrein. Reden genoeg om de bewustwording te vergroten, vindt Van Diemen.Helemaal zonder eigenbelang is de veiligheidscampagne echter niet. De campagne is een initiatief van het bedrijf W&H Sports. Het bedrijf uit Nieuw-Vennep levert inrichtingsmaterialen voor sportterreinen: onder meer verplaatsbare doelen die voldoen aan Duitse veiligheidsnormen van de Tüv die strenger zijn dan de in Nederland geldende KNVB-richtlijnen.

Algemeen belang
Maar eerlijk is eerlijk.Voetbal Veilig lijkt het algemeen belang voorop te stellen. W&H Sports houdt zich op de achtergrond. Wie op de website voetbalveilig.nl gaat grasduinen, moet echt zoeken naar verwijzingen naar het bedrijf. ‘De campagne moet gaan over veiligheid en meer bijzonder over bewustwording,’ aldus Van Diemen. Er gaat een vooruitziende blik schuil achter de campagne. Incidenten in Duitsland hebben daar namelijk al geleid tot striktere Tüv-normen voor verplaatsbare doelen. ‘Die zullen naar alle waarschijnlijkheid model staan voor nieuwe Nederlandse regels,’ zegt Van Diemen daarover.

Regelgeving
Hij refereert daarbij aan het werk van de werkgroep Inrichtingselementen van de NEN-normcommissie Sportvloeren. De NEN maakt samen met bedrijven, overheden en consumentenorganisaties afspraken over onder meer veiligheidsnormen. Op dit moment worden de normen van inrichtingselementen door werkgroep 9 van normcommissie 353076 tegen het licht gehouden en mogelijk dat daar aanvullende of nieuwe normen uit voort zullen komen. Er wordt weliswaar gekeken naar de normen voor inrichtingselementen voor sportvelden – daaronder vallen ook veiligheidsnormen maar de NEN kan desgevraagd niet bevestigen dat de werkgroep concreet plannen heeft voor het aanpassen van normen die gelden voor het gebruik van verplaatsbare doelen. Ook de KNVB heeft geen plannen om haar richtlijnen aan te passen, zo laat ze weten. ‘We hebben naar aanleiding van ongevallen met verplaatsbare doelen wel alle leden met nadruk nog eens gewezen op de bestaande veiligheidsrichtlijnen,’ aldus KNVB-woordvoerder Hans van Kastel. Zeker geen overbodige zaak, vindt Van Diemen: ‘De handhaving van regels is namelijk erg lastig. Vaak wordt bij sportevenementen gebruikgemaakt van vrijwilligers, in besturen, maar ook om toezicht te houden en te helpen bij het opbouwen en opruimen. Wie precies verantwoordelijk is voor de veiligheid, is dan vaak onduidelijk.’

Constateren
Veiligheid begint bij het constateren van gebreken. Een van de thema’s in de campagne Voetbal Veilig richt zich dan ook nadrukkelijk op signalering van gevaren. De initiatiefnemers willen sporters en toezichthouders door middel van een strip wijzen op gevaarlijke situaties die kunnen ontstaan door ondeugdelijk materiaal of verkeerd gebruik van doelen. ‘Die strip is een belangrijk onderdeel van de bewustwordingsstrategie. We hopen die over zo veel mogelijk sportaccommodaties te verspreiden.’ Maar daarmee is nog steeds niet voldaan aan een van de belangrijkste voorwaarden voor veilig gebruik van mobiele doelen. ‘Gebruikers moeten niet alleen signaleren, ze moeten zich ook verantwoordelijk voelen en de gevaren melden. En dat kan alleen als ze weten waar ze met hun verhaal terechtkunnen. Het is dus essentieel voor de veiligheid op sportvelden dat beheerders van sportaccommodaties duidelijke afspraken maken over verantwoordelijkheden ten aanzien van veiligheid. Waar melden we problemen? Wat gebeurt er vervolgens mee? Wie bewaakt de voortgang?’

Protocol
Dat vindt ook de KNVB. Die heeft er daarom bij de leden op aangedrongen om per club een verantwoordelijke aan te wijzen die waakt over de veiligheid van materialen en het veilig gebruik ervan. Maar een uniform protocol bestaat daar niet voor. Er liggen, recente ongevallen ten spijt, ook geen nieuwe afspraken daarover in het verschiet, zo laat de voetbalbond weten: ‘Het is aan de clubs zelf om dat goed te regelen.’

Aansprakelijkheid
Van Diemen denkt dat de bewustzijn moet worden vergroot en daarbij is voorkomen in deze beter dan genezen. ‘Ik denk dat clubs er in de toekomst rekening mee moeten houden dat ze ook wel eens aansprakelijk gesteld kunnen worden als er ongelukken gebeuren.’ In Duitsland is dat al voorgekomen. In de kwestie van het Hamburgse ongeval waarbij een zevenjarig jongetje om het leven kwam, veroordeelde een rechtbank de trainer die toezicht had op het team. De man moest een boete betalen. Dat levert weliswaar geen jurisprudentie op waar een Nederlandse rechter iets mee kan, maar er is wel een spraakmakende, Nederlandse zaak waarbij de betrokken gemeente zelf civielrechtelijke aansprakelijkheid heeft aanvaard. Een tienjarig meisje kwam vorig jaar om het leven door het instorten van een dug-out in het Friese Twijzel, gemeente Achtkarspel. De dug-out zou ondeugdelijk zijn geweest. De familie van het slachtoffer deed zelfs pogingen om de zaak ook voor de strafrechter te krijgen. Die struikelden. Het Openbaar Ministerie vond onvoldoende bewijs van schuld in strafrechtelijke zin. Maar het voorval in Friesland geeft wel aan dat de gemoederen hoog kunnen oplopen als er ongelukken gebeuren en dat juridische aansprakelijkheid dan vaak een thema is.

Tijd
Van Diemen wil zeker niet de suggestie wekken dat de veiligheid op sportvelden is afgenomen: ‘Er worden veel nieuwe accommodaties aangelegd en de gebruikte inrichtingsmaterialen worden beter. Zo bekeken, worden sportvelden dus eigenlijk steeds veiliger.’ Toch zijn de problemen met verplaatsbare doelen iets van deze tijd. Er wordt meer gesport. Accommodaties worden daardoor intensiever gebruikt. Veel gemeenten willen tegenwoordig bovendien hun sportfaciliteiten openstellen voor het publiek, zodat jongeren er bijvoorbeeld een balletje kunnen trappen buiten het reguliere gebruik van de sportvelden om. ‘Maar dan is er geen toezicht. Dat vergt dus een heel andere kijk op veiligheid. Je kunt minder aan het toeval overlaten. De noodzaak om met veiliger materialen te werken, wordt groter.’

Kunstgras
Ook het gebruik van kunstgras is een factor die onveilig gebruik van mobiele doelen in de kaart speelt. Veel van die doelen worden, bij goed gebruik, met spiraal- of grondankers verankerd in de grond. ‘Bij kunstgras is dat natuurlijk een probleem. Vaak wordt dan teruggegrepen op doelen waarvan het grondraam met losse gewichten verzwaard wordt. Maar iedereen begrijpt dat die niet altijd consequent gebruikt worden, zeker niet wanneer het veiligheidsbewustzijn bij de gebruikers nog te wensen overlaat. Ze worden vaak niet gebruikt of niet correct.’ Vandaar dat Van Diemen pleit voor het gebruik van doelen waarvan het grondraam is verzwaard. En wel zodanig dat ze voldoen aan de Duitse Tüv-norm. Die schrijft voor dat een verplaatsbaar doel een trekkracht moet kunnen weerstaan van 1100 Newton, circa 110 kilo, zonder om te kantelen. Of daarmee alle veiligheidsrisico’s met betrekking tot verplaatsbare doelen helemaal uit de wereld zijn, waagt zelfs Van Diemen te betwijfelen. ‘Nieuwe veiligheidsnormen en daarbij passende materialen nemen bij de gebruikers en toezichthouders weliswaar wat last uit handen, maar echte veiligheid blijft toch primair een kwestie van oplettendheid en verantwoordelijkheid. De menselijke factor is nooit helemaal te elimineren. Juist daarom is het maken van goede afspraken over verantwoordelijkheden zeker zo belangrijk als de inzet van veilige materialen.